maandag 28 januari 2008

Siena en Bologna: werelden van verschil

Tegen het vallen van de avond, om een uur of 5 (hoewel de Italianen schijnen te vinden dat de avond al na het middageten begint) maakte ik een rustig wandelingetje door de stad om even bij te komen van alle informatie die tijdens de colleges op me af was gevuurd, en opeens, in een klein verlaten straatje, hoorde ik prachtige vioolmuziek. Het was net een filmscène met als achtergrond het kleine straatje met huizen in alle schakeringen rood, de prachtige muziek als subtiele achtergrondmuziek om het dromerige karakter van het straatje te benadrukken en de hoofdrolspeler die, om even bij te komen van de informatie die tijdens de colleges op haar afgevuurd is, een wandelingetje maakt door de straatjes van Bologna. De muziek hint dat haar daar om de hoek misschien wel een verrassing staat te wachten, zij het de liefde van haar leven, zij het een wrede moordenaar.

Echter, om de hoek gekomen merkte ik dat de sfeer van de muziek en die van de enscenering inmiddels flink uit elkaar begonnen te lopen. Eerst werd ik aangestaard door een bewakingscamera, en twee tellen later werd ik begroet door een onwelriekende urinegeur. Ineens werd de situatie duidelijk. Deze prachtige vioolmuziek is geen welwillend gebaar van het goedige Bolognese stadsbestuur aan zijn burgers geweest, maar het is dezelfde tactiek -alleen een stuk eleganter uitgevoerd - die in de Amsterdamse metrohallen wordt ingezet om bivakkerende junkies te weren van rustige en afgelegen plekjes in de stad. Wellicht lijk ik met mijn eerste associatie over de herkomst van deze muziek een naïeve dromer voor u, nuchtere Hollanders, maar ik zweer u: dat is niet mijn schuld. Want in zo’n prachtige omgeving vergeet men al gauw het bestaan van één of andere harde realiteit. Een realiteit die overigens snel weer terugkeert wanneer men bijna wordt geschept door een bus die in volle vaart langsscheurt.

Ook in Siena, waar ik in september een maand ben verbleven om een EILC taalcursus te volgen en waar laatstgenoemd gevaar met de autobussen niet bestaat, was het goed dromen. Aangezien de lessen om half 9 ‘s ochtends begonnen en ik dientengevolge ‘s nachts niet veel slaap kreeg, heb ik de gemiste droomtijd overdag met open ogen ingehaald. Siena is een soort van wereld op zich, een klein eiland dat door zijn oude stadsmuren van de grote buitenwereld is gescheiden. Zo gedragen de bewoners zich overigens ook: Siena is de wereld en de Palio, de jaarlijkse paardenrace waarbij de paarden van de 17 verschillende contrade (stadsdelen) tegen elkaar strijden, is waar het in deze wereld om draait (bijna letterlijk, want de stad is gebouwd rondom het centrale plein waar deze strijd plaatsvindt). En dat merk je: Elke zondag en als het kan ook nog op enkele doordeweekse dagen gaat de contrada die de afgelopen Palio gewonnen heeft met volledig orkest en bemanning in processie door de straten om te laten weten dat zij het meeste geld hadden om de ruiters van de andere contrade om te kopen.

Informatie van buiten vind je hier in Siena weinig. Japanse, Chinese of Egyptische restaurantjes zijn hier niet, wijnen drinkt men hier bij voorkeur uit de streek en ook de genenpoel blijft goed binnen de stadsmuren, of sterker nog…binnen de tweede familie van de bewoners: de contrada (iets dat overigens wel eens frictie kan opleveren wanneer twee personen van rivaliserende contrade een kind krijgen: tot welke contrada gaat dit kind behoren?).

Hier, in Bologna, is er meer contact met de gebieden buiten de stad, niet in de laatste plaats omdat er door de universiteit veel import plaatsvindt van docenten en studenten uit andere steden in Italië en buiten Italië (zoals ondergetekende) om colleges te geven en te volgen in de stad van de bogen, aan de oudste universiteit van Europa. Maar wat eigenlijk het allerbelangrijkste is wat ik hier terugvind en die maand in Siena heb gemist: fietsen! Tja, ik blijf toch een Nederlander...

Gepubliceerd: Herfst 2007, Grillo Parlante, blad van studievereniging italiaans Convivio.

Geen opmerkingen: