maandag 28 januari 2008

Bento de Spinoza: Amstelodamensis

“Allemaal speculatie” geeft Frank van Kreuningen, voorzitter van de Amsterdamse spinozakring, als antwoord op de vraag naar de relatie tussen de 17eeeuwse filosoof Baruch de Spinoza en de stad Amsterdam. De sappigste speculatieve elementen uit de verhalen rond deze grote Nederlandse wijsgeer.

Spinoza is geboren op 24 november 1632 als Bento of Baruch (Bento was zijn roepnaam) de Spinoza uit Michaël d’Espinoza en Hana Debora d’Espinoza, twee Joods-Portugese vluchtelingen. Hana Debora was niet de eerste vrouw van vader Michaël, hij was al eerder getrouwd met Rachel de Spinoza, die hem twee kinderen schonk. Vader Michaël huwde niet minder dan drie keer met zijn eigen familie, inteelt was een gevolg van de beperkte keuze aan huwelijkskandidaten.

Spinoza werd geboren op de plek waar de Zwanenburgwal (toen ‘Verwersgraft’, zie afbeelding) in de Amstel uitmondt, waar nu de Stopera staat. Wat nu het Waterlooplein en omgeving is, was vroeger ‘Vloenburg’, waar de Joodse gemeenschap zich had gevestigd, en dat zich etymologisch ontwikkeld heeft tot de lichtelijk spottende benaming ‘Vlooienburg’. Spinoza groeide op in een huisje op de plaats waar nu de Mozes en Aäronkerk staat. Hij kreeg zijn lager onderwijs bij de ‘Ets Haim’ (Boom des levens) waar hij werd onderwezen in Hebreeuws, retoriek en stijlleer, bijbelkennis en de inleiding in de Talmoed.

Wanneer hij het familiebedrijf van zijn vader overneemt, verwerft hij zijn kennis voornamelijk nog uit zelfstudie. Hij leert diverse talen en verwerft onder andere kennis van de filosofie van Descartes, Machiavelli, Thales en Euclides.

Spinoza roemde Amsterdam, dat in de gouden eeuw in cultureel en economisch opzicht een grootmacht was, om zijn multiculturele beleid: ‘In deze bloeiende en bevoorrechte stadstaat leven immers mensen uit alle volken en met alle mogelijke geloofsovertuigingen eendrachtig samen. [...] Voor het overige bekommert men zich niet om het geloof of de sekte, omdat zij in de rechtszaal niet van belang zijn.’ Het beleid van de joodse gemeenschap in Amsterdam zal hem iets minder hebben aangesproken. Waarschijnlijk niet om zijn afwijkende Godsvoorstellingen, maar te meer omdat hij het handhaven van de Joodse wet en de Joodse tradities bestreed, werd er op 27 Juli 1656 in de joodse synagoge een banvloek over hem uitgeroepen. De woorden van de ban liegen er niet om: ‘Vervloekt zij hij bij dag, en vervloekt bij nacht, vervloekt in zijn liggen en vervloekt in zijn opstaan, vervloekt in zijn uitgaan en vervloekt in zijn ingaan; nimmer moge de Heer hem vergeven, en voortaan de woede des Heren en Zijn ijver op deze mens branden, en heb opleggen alle de vloeken, geschreven in het boek van deze wet. Wij waarschuwen, dat niemand hem mondeling mag spreken, noch schrijven, niet mand hem enige gunst mag bewijzen noch onder één dak met hem te verblijven of binnen vier ellen afstand van hem bevinden en dat niemand enig door hem gemaakt of geschreven mag lezen’.

Op deze vloek reageerde Spinoza tamelijk goedgemutst: ‘Welaan dan, men dwingt mij tot niets dat ik ook uit mezelf niet zou hebben gedaan, als ik niet bang was geweest voor een schandaal. Maar als men het eenmaal zo wil, sla ik met vreugde de weg in die voor mij opengaat, en troost mij met de gedachte dat mijn uittocht onschuldiger is dan die van de oude joden uit Egypte, al weet ik net zo min als zij waarvan ik zal moeten leven.’

Na zijn verbanning verandert Spinoza de joodse naam Bento of Baruch, dat ‘de gezegende’ betekent, in de latinisering Benedictus, dat iets minder bescheiden staat voor ‘goed gezegd.’ Hoe de stad Amsterdam Spinoza precies in zijn ideeën beïnvloed heeft, blijft giswerk. Wellicht heeft Spinoza in de diamanten (maar het kunnen ook zuidvruchten geweest zijn) van zijn familiebedrijfje ‘Bento y Gabriel de Spinoza’ het wijsgerig licht gezien, of is zijn determinisme aan de Amstel ontsproten. Feit blijft dat deze man, die tot de grote wijsgeren der geschiedenis mag worden gerekend, in eigen land niet de eer krijgt die hem toekomt, aldus Frank van Kreuningen. De Amsterdamse spinozakring pleit dan ook voor erkenning, en zou dan ook graag zien dat het Waterlooplein tot Spinozaplein zou worden vernoemd, en dat er een standbeeld van Spinoza zou komen in de stad waar hij de eerste achtentwintig jaar van zijn leven sleet. De Britse historicus en Spinoza-kenner Jonathan Israel houdt zaterdag 9 juni om 14.00 in de Mozes en Aäronkerk een lezing over de relatie tussen Spinoza en Amsterdam.

gepubliceerd: mei 2007, Babel, blad voor geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam

Geen opmerkingen: