maandag 28 januari 2008

De naakte ridders

In een wereld net als deze woonden twee ridders. Deze twee ridders kenden elkaar niet maar vertoonden opvallend veel gelijkenissen. Zo waren ze niet hun hele leven ridder geweest, maar hadden hun harnas zorgvuldig door de jaren heen opgebouwd. Dit was de namelijk de enige manier waarop zij het in deze wereld konden maken. Door de mensen werden de harnassen geprezen en ridder en harnas werden versmolten. De kracht van de mensen was zo groot dat de ridders hen geloofden en ze vrede kregen met dit toonbeeld van gewelddadigheid.

Op een dag kruisten hun paden en zwaarden elkaar. Ze kwamen er achter dat ze even sterk waren. Maar ze kwamen ook nog tot een ander, veel groter besef. In een fractie van een seconde kruisten elkaars blikken elkaar en ze zagen in elkaars ogen dat ze ook even zwak waren. Op een vreemde manier was er herkenning. Ze herkenden elkaars reacties in zichzelf en voelden een niet met woorden uit te drukken verstaan. In een vloeiende, symmetrische beweging naderden ze elkaar en begonnen te dansen. Eerst voorzichtig, maar gaandeweg steeds inniger en uitbundiger. Tijdens het spel ontblootten ze elkaar steeds meer. Er was van beide kanten instemming en ongemerkt waren ze beide helemaal ontbloot. Ze bleven in de heerlijke dans en genoten van elkaar. Nooit hadden ze geweten dat er zo iemand zou kunnen bestaan. In elkaars ogen zagen ze hun eigen ogen, die steeds meer begonnen te stralen.

Een klein steekje van twijfel schoot opeens door de ridders heen. Deze altijd zo rationele ridders hadden kunnen weten dat dit gevoel niet altijd de overhand zou kunnen hebben. En met dit besef kwam een donderwolk. De ridders voelden kou en haastten zichzelf weer in hun harnas. Toen zij hier waren werden zij geweld door weemoed en de fijne herinnering aan de van liefde vervulde dans bleef in hun hoofden aanwezig. Het kreeg grip op ze en twijfelachtig zochten ze weer toenadering. Ze dansten, maar dit keer bleek het dansen heel anders te voelen. Elke aanraking bleek een immense steek van pijn te geven. Het ijzer van hun harnassen bezorgden hartenpijn en dit maakte dat de klappen alleen nog maar heviger werden. De klappen werden zo hevig dat de ridders in hun harnas kropen, zodat ze zelfs niet meer elkaars ogen konden zien. De ridders hadden zich nu beide onderin hun harnas geplaatst, waar de klappen alleen maar harder werden en moeilijker op te vangen. Het gevecht stopte pas toen al het ijzer met een smak de grond raakte. Waar zojuist nog een stralende zon was, bleef er nu slechts een schroot ellende over. De ridders probeerden zich zo ver mogelijk van de andere ridder te verwijderen. Ze keken naar hun wonden en weenden.

Toen hoorden ze een echo van hun geween, en het besef dat ook dit ellendige proces symmetrisch was geweest gaf hen ijzeren steken in hun hart. Geen van beide durfden ze elkaar in de ogen te kijken, want in deze ogen zat waarheid, en ze wisten dat de waarheid te zwart was om onder ogen te zien. Er ontstond twijfel over de toekomst. De twee opties lagen duidelijk voor hen. De naakte ridder met de zware waarheid, of het lichte harnas wat daar in zijn blinken lag te lonken. Wat een aantrekkingskracht was er in dit harnas. Ze voelden de drang zich hiermee weer te vereenzelvigen en nooit meer steken te voelen. Nog voordat ze konden beslissen kruisten hun blikken elkaar, en de waarheid had zich aangediend.

Maar behalve de zware waarheid vonden ze ook weer een thuishaven in de herkenning. Uit dit besef begonnen vertwijfeld hun ogen op te lichten. Ze merkten dat een antwoord kwam en hun ogen wakkerden elkaar aan en gloeiden hoog op. En pas nu zagen ze hoe weinig het valse harnas blonk in dit contrast. Maar toch wisten ze van de kracht ervan, en van hun eigen zwakte. En hoe vaak ze hun ijzers ook hadden laten slaan, nu pas wisten ze wat werkelijke strijd was. En hoewel de strijd eeuwig zou zijn, wisten ze nu wel waarom ze hem telkens weer aan moesten gaan.

November 2006

-------------------------

..... maar het zonlicht werd fel weerkaatst en de harnassen flikkerden voor de ogen van de ridders. Als eksters werden ze door de kracht van de zo prachtig lijkende glimmeringen betoverd. Zo stonden zij weer onder scherpe supervisie van de stalen gevallen. De maskers sloten zich en zij zagen niets meer van die ander, in wie zij ooit god hadden gezien.

December 2006

1 opmerking:

Unknown zei

Nice post and I like the new layout.